Verbod op koudemiddel R22
Als gevolg van het Protocol van Montreal uit 1989 mag het koudemiddel R22 vanaf 1 januari 2015 in geen enkele vorm meer bijgevuld worden in koel- en klimaatinstallaties. Behalve R22 gaat het hier ook om de met R22 gemengde servicekoudemiddelen waaronder R401, R402, R403, R408 en R409. Dit betekent dat als er na 1 januari 2015 iets gebeurt met uw installatie, deze niet meer mag worden bijgevuld. In de praktijk betekent dat meestal “einde oefening” – de installatie is en blijft buiten gebruik.
In de kleine utiliteit zijn er circa 100.000 installaties met een totale inhoud van 1.000.000kg R22. Dit aantal is verdeeld in 50% airconditioning en 50% koel- en vriestechniek. Ook in andere sectoren draaien er nog vele installaties op R22. Een groot deel, vooral de meer industriële en semi-industriële installaties, kunnen in technische zin nog jaren mee, ook tot ver na 2015. De uitfasering van het koudemiddel R22 brengen dergelijke installaties in de gevarenzone. Deze mogen ingeval van lekkage of na een calamiteit niet meer worden bijgevuld.
Wat te doen?
Vele eigenaren/gebruikers worstelen nog met de vraag wat te doen met de bestaande R22 koel- en vriesinstallaties; tot op de laatste dag in bedrijf houden, nu ombouwen of alles volledig vervangen door een nieuwe installatie? Het is belangrijk om die vraag zo vroeg mogelijk te beantwoorden.
Nu kunt u natuurlijk de ontwikkelingen rustig afwachten, want wie dan leeft die dan zorgt. Maar als uw installatie verantwoordelijk is voor het binnenklimaat van een kantoorgebouw of ziekenhuis, dan zullen de medewerkers en de patiënten niet blij zijn, de normen rond binnenklimaat in gebouwen nog daargelaten. U wordt in zo’n geval waarschijnlijk geconfronteerd met niet-gebudgetteerde kosten want die installatie moet in het gunstigste geval worden omgebouwd en in het slechtste geval vervangen. Dat kost behalve geld ook tijd. De vraag is of u die heeft.
Pak bestaande R22-installaties aan
De NVKL adviseert eindgebruikers van R22-installaties om de tijd die er nog is, te gebruiken om bestaande R22-installaties aan te pakken. Dit kan door R22 te vervangen door een HFK-houdend koudemiddel (retrofitten) of door een ‘natuurlijk’ koudemiddel of de installatie totaal vervangen door een nieuwe installatie. Die nieuwe installatie wordt dan ontworpen volgens de laatste stand van de techniek en er wordt zo een installatie opgeleverd die optimaal is afgestemd op het actuele en langer termijngebruik met gunstige effecten op de energie-efficiency.